Coloradokever informatie
De coloradokevers worden de laatste jaren steeds vaker in aardappelpercelen en aardappelopslag gesignaleerd. Kenmerkend aan de kever zijn de zwarte lengtestrepen op zijn rug. De larven zijn rood en oranje (kleur is afhankelijk van het stadium).
Cyclus
In het voorjaar kruipen de kevers uit de grond en zoeken een aardappel plant. Na enige tijd leggen deze zogenaamde winterkevers eieren aan de onderzijde van het blad. De temperatuur moet dan wel boven de 17°C zijn. Een enkele kever kan meerdere malen eieren leggen (wel zo’n 500 in totaal).
De winterkevers sterven na het leggen van de eieren. Afhankelijk van de temperatuur komen deze eieren uit na 5-21 dagen. De larven doorlopen verschillende stadia van L1 tot L4. Als de larve het L4 stadium heeft bereikt zal de larve in de grond kruipen om te verpoppen tot kever, de zogenaamde zomerkever. De periode van geboorte tot het in de grond kruipen duurt 3-5 weken, afhankelijk van de temperatuur. Na 2 weken kruipt de zomerkever uit de grond en gaat op zoek naar voedsel. Is het juli, dan zal de zomerkever nog een keer eieren leggen, maar als het al augustus is, zal de zomerkever in de grond kruipen ter overwintering.
Temperatuur heeft invloed op de coloradokever in de grond en de cyclus in de zomer. De coloradokever overwintert in de grond op een maximum diepte van 50 cm, maar meestal ondieper. Bij strenge vorst, waar de kever lange tijd wordt blootgesteld aan temperaturen onder de -7, zullen de kevers sterven.
De snelheid van de cyclus in de zomer is ook afhankelijk van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, des te sneller gaat de cyclus. Bij ongunstige omstandigheden duurt de cyclus van ei tot zomerkever ruim 8 weken, bij gunstige omstandigheden 4 weken.
Waarom steeds meer problemen ?
Vroeger was er een bestrijdingsplicht, maar sinds 1996 is deze niet meer van kracht. Daardoor heeft de Coloradokever zich kunnen herstellen. Andere oorzaken zijn o.a. de relatief zachte winters in combinatie met warme zomers. Veel kevers overleven onze winters. Vanwege de warme zomers van de afgelopen jaren worden per jaar twee generaties gevormd.
Op bijna alle percelen staan aardappelplanten. In percelen waar frequent aardappelen worden verbouwd (bijvoorbeeld 1 op 1 of 1 op 2) zullen ook meer larven voorkomen in vergelijking met percelen met een ruimere vruchtwisseling.
Bestrijding
Het is moeilijk een bestrijdingsdrempel aan te geven omdat de larven plaatselijk in percelen voorkomen. Een eerste generatie zomerkever kan wel weer veel eieren leggen, waardoor een tweede generatie ontstaat. Daarom is het belangrijk dat de eerste generatie larven bestreden word om zo het probleem niet uit de hand te laten lopen, ook al is de populatie aanwezige larven klein.
Allereerst op eitjes controleren en zoveel mogelijk kevers vangen, met behulp van een plastic bakje met een laagje water. Zonder water kruipen de kevers weer uit het bakje. Zodra ze aangeraakt worden laten ze zich vallen. Dus het bakje precies er onder houden. De plant daarna controleren op afzet van gele eitjes aan de onderkant van het blad. Let op dat er meestal meerdere legsels op één plant zijn. De gele eitjes stukdrukken of het blad met eitjes afplukken. Als alle eitjes vernietigd zijn is het probleem over. Anders dagelijks naar larven zoeken en deze weer opvangen in het bakje of dooddrukken. De kans is klein dat u de larven allemaal in een vroeg stadium, wanneer ze zo klein zijn als speldenknoppen, zal zien. Maar ze groeien razend snel, ten koste van de planten. Alleen dagelijkse controle en vernietiging is een oplossing.